Direct contact? Bel: +31 (0)85 081 70 50 of mail: info@kuypbaar.nl

HomeActueelMaatregelen vanwege capaciteits- en personeelst...

Maatregelen vanwege capaciteits- en personeelstekort in gevangenissen

Maatregelen vanwege capaciteits- en personeelstekort in gevangenissen

Maatregelen vanwege capaciteits- en personeelstekort in gevangenissen

Het is de afgelopen periode regelmatig in het nieuws geweest: het gevangeniswezen kampt met capaciteitsproblemen en personeelstekorten. Eind oktober heeft demissionair Minister Weerwind de Tweede Kamer geïnformeerd over de capaciteitsdruk bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). In deze brief heeft de Minister aangegeven dat er een reële kans bestaat dat op korte termijn een tekort aan beschikbare capaciteit ontstaat in de huizen van bewaring, de reguliere gevangenissen en de afdelingen voor arrestanten.[1]

Een maand later, is er weliswaar nog fysieke celcapaciteit beschikbaar, maar door een structureel tekort aan personeel kan deze niet volledig worden ingezet. Nu de verwachting is dat de druk en het aantal gedetineerden de komende periode verder toe zal nemen, heeft Minister Weerwind op 30 november 2023 aangekondigd maatregelen te zullen gaan treffen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatregelen die hij op korte termijn zal nemen en maatregelen die voor op de middellange termijn in voorbereiding zijn.

Maatregelen op korte termijn

Per 6 december 2023 zullen er tijdelijk geen volwassen mannen opgeroepen worden voor het uitzitten van hun straf. Dit zijn de zogenaamde zelfmelders (wie is een zelfmelder?). Deze maatregel geldt ook voor inmiddels opgeroepen zelfmelders. De Minister heeft aangekondigd dat zij hierover per brief zullen worden geïnformeerd. Dit betekent overigens niet dat de eerder opgelegde gevangenisstraf daarmee komt te vervallen. De zelfmelder zal deze straf op een later moment moeten uitzitten. De tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf wordt in die gevallen enkel uitgesteld.

Een tweede maatregel waarmee de Minister hoopt op korte termijn de capaciteitsdruk te verminderen is door de instroom van arrestanten te beperken. Het gaat hier niet om personen die zijn aangehouden en vastzitten in een politiecel, maar om arrestanten in de zin van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. Kortgezegd gaat het om personen met een openstaande (vervangende) vrijheidsstaf die, door de politie zijn aangehouden om in een PI te worden geplaatst. Gedacht wordt aan het uitstellen van het tenuitvoerleggen van deze straffen. Ook zal worden bezien of een alternatieve tenuitvoerlegging van de straf (zoals een enkelband met bijzondere voorwaarden) mogelijk is.

Maatregelen op middellange termijn

Hoewel de detentiefasering de afgelopen jaren flink is beknot, wil de Minister gezien het capaciteitstekort deze mogelijkheden toch weer verruimen. Dat is een positieve ontwikkeling. Detentiefasering is het proces waarbij een gedetineerde geleidelijk wordt voorbereid op een succesvolle terugkeer in de maatschappij. De voornemens van de Minister zien onder meer op het verruimen van de criteria voor plaatsing op een beperkt beveiligde afdeling (BBA). In de BBA kan een gedetineerde in de laatste fase van zijn straf buiten de gevangenis werken in de regio waar de gedetineerde gaat wonen na een detentie. Dit kan eventueel in combinatie met een opleiding/zorg.[2]

Afgelopen zomer zijn de criteria voor plaatsing op de BBA al verruimd.[3] Dit heeft echter nog niet tot het gewenste resultaat geleid, want er zijn nog veel van de plekken op de BBA onbenut. Minister Weerwind wil deze plaatsen maximaal benutten door de criteria voor plaatsing verder te verruimen. In zijn brief aan de Kamer noemt Minister Weerwind als voorbeeld het oprekken van de huidige termijn van plaatsing op de BBA, waardoor gedetineerden eerder kunnen worden geplaatst en ook langer op een BBA kunnen verblijven.

Daarnaast werkt de Minister op dit moment aan een voorstel om gedetineerden met een kortere straf (tussen de twee weken en één jaar), een deel van hun straf met een enkelband en voorwaarden ten aanzien van hun dagprogramma vrij te laten. De Minister hoopt op deze manier te zorgen voor meer uitstroom binnen het gevangeniswezen. Voor deze maatregel komen alleen gedetineerden in aanmerking die goed gedrag vertonen en waarbij de risico’s kunnen worden beperkt. Ook zal rekening worden gehouden met de belangen van slachtoffers. Daarnaast zal de aard en de ernst van het delict een rol gaan spelen voor de vraag of een gedetineerde hiervoor in aanmerking komt.

Conclusie

Zowel op korte termijn als op wat langere termijn zullen er dus maatregelen worden genomen. Bent u aangemerkt als zelfmelder en heeft u een oproepbrief ontvangen, dan ontvangt u mogelijk een brief waarin staat dat u zich vooralsnog niet hoeft te melden. Met betrekking tot arrestanten zal voornamelijk gelden dat zij niet zullen worden aangehouden voor het uitzitten van de straf. Wellicht dat (daarnaast) nog wordt voorzien in een alternatieve vorm van tenuitvoerlegging de straf. Verder lijkt het erop dat gedetineerden in de toekomst sneller in aanmerking zullen komen voor plaatsing op de BBA-afdeling of zelfs eerder in vrijheid zullen worden gesteld met een enkelband met eventuele daaraan verbonden voorwaarden.

Het is belangrijk om hierbij te benadrukken dat het, gezien de aankomende kabinetsformatie, onzeker is of de ingezette koers wordt voortgezet door een nieuwe minister voor rechtsbescherming. Vanwege de huidige capaciteits- en personeelstekorten is het wenselijk dat deze plannen, waarbij Minister Weerwind verbeteringen belooft voor gedetineerden, ook zullen worden voortgezet door een nieuwe minister.

Kuyp Baar advocaten heeft ruime ervaring in procedures rondom detentierecht waaronder ook detentiefasering. Heeft u te maken met de hierboven behandelde problematiek? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.


[1] Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, Kamerstuk 35 122, nr. 44

[2] Art. 1 sub s en u Pbw & RSJ 20 juni 2019, R-18/2250/GB

[3] De plaatsingsgronden voor de BBA zijn verruimd door de definitie «leer-/werkplek» uit te breiden met «zinvolle dagbesteding» bij een (niet-)betalende organisatie.