Direct contact? Bel: +31 (0)85 081 70 50 of mail: info@kuypbaar.nl

HomeActueelZelfmelder? Hoe zit dat eigenlijk?

Zelfmelder? Hoe zit dat eigenlijk?

Zelfmelder? Hoe zit dat eigenlijk?

De zelfmelder in het strafrecht

Een persoon die is veroordeeld voor een vrijheidsbenemende straf en een oproep heeft ontvangen om zichzelf bij een gevangenis te melden voor de tenuitvoerlegging van deze straf, wordt een zelfmelder genoemd. In dit blog wordt uiteengezet welke personen in aanmerking komen voor de status van een zelfmelder, welke voordelen een zelfmelder geniet, welke voorbereiding de zelfmelder moet treffen voor zijn tijd in detentie, de gevolgen van het niet (zelf)melden en de rechtsmiddelen die kunnen worden aangewend tegen de oproep tot zelfmelding.

Wie komt er in aanmerking voor de status van een zelfmelder?

Het Centraal Justitieel Incassobureau bepaalt in opdracht van het Openbaar Ministerie of een persoon die veroordeeld is, in aanmerking komt voor de status van een zelfmelder. Daarvoor dient te worden beoordeeld of de veroordeelde opgeroepen kan worden om zichzelf bij een gevangenis te melden voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf. Bij de afweging of een veroordeelde kan worden opgeroepen als zelfmelder worden diverse factoren betrokken, waaronder in ieder geval: de aard en de aard en de ernst van de vrijheidsbenemende straf, alsmede de aanleiding om de tenuitvoerlegging daarvan aan te vangen of te vervolgen, de mate waarin de rechtsorde is geschokt vanwege het strafbare feit dat ten grondslag ligt aan de veroordeling, de psychische gesteldheid van de veroordeelde en daaruit voortvloeiende veiligheidsrisico’s, de omstandigheid dat de veroordeelde geen gevolg heeft gegeven aan een eerdere zelfmeldingsoproep, de omstandigheid dat de veroordeelde eerder niet heeft meegewerkt aan de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf, of de omstandigheid dat de veroordeelde de vrijheidsbenemende sanctie als jeugdige is opgelegd.

Op het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor toewijzing van de status zelfmelder, ontvangt de veroordeelde van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een oproepbrief waarin de melddatum, het tijdstip en de gevangenis staat, waar de veroordeelde zich moet melden. De veroordeelde die zichzelf bij de gevangenis meldt, neemt deze oproepbrief mee en een geldig legitimatiebewijs.

Wie komt er niet in aanmerking voor de status van een zelfmelder?

Een veroordeelde komt in ieder geval niet in aanmerking voor de status van een zelfmelder als sprake is van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende sanctie, terwijl deze sanctie is opgelegd bij de veroordeling voor een misdrijf als bedoeld in artikel 70, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (misdrijven waarop een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld, of voor enkele misdrijven die door personen onder de achttien jaren zijn gepleegd) voor zover de veroordeelde geen jeugdige is, of indien de sanctie ziet op de toepassing van gijzeling, of wanneer de veroordeelde niet beschikt over een betrouwbaar en bruikbaar adres om de oproep tot zelfmelding te kunnen ontvangen. 

Een oproep aan de veroordeelde om zich te melden bij de gevangenis kan te allen tijde worden ingetrokken. Dit kan in ieder geval indien de afweging om de veroordeelde op te roepen berust op zodanige onjuiste of onvolledige informatie dat kennis van de juiste en volledige informatie tot een andere afweging zou hebben geleid, na de oproep zich zodanig nieuwe of gewijzigde feiten of omstandigheden voordoen dat overgaat tot het geven van een last tot aanhouding van de veroordeelde of als na de oproep een vonnis of arrest in een andere strafzaak onherroepelijk is geworden, waarbij een vrijheidsbenemende sanctie is opgelegd. De oproep tot zelfmelding vervalt logischerwijze op het moment dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

Welke voordelen geniet een zelfmelder?

In gevangenissen geldt voor gedetineerden standaard een basisprogramma, welk programma beperkter is dan het plusprogramma. Het gedrag van een gedetineerde bepaalt voor welk programma hij in aanmerking komt. Een gedetineerde die zes weken lang op alle onderdelen van de gedragsregels positief scoort, wordt gepromoveerd naar een plusprogramma. Een zelfmelder die zich meldt bij de gevangenis op de melddatum die in de oproepbrief staat, geniet echter het voordeel direct in aanmerking te komen voor het plusprogramma. Een zelfmelder die zichzelf meldt, hoeft dus niet eerst zes weken te doorlopen en wordt bij binnenkomst direct geplaatst in het plusprogramma.

Hoe kan de zelfmelder zich voorbereiden op zijn tijd in detentie?

De zelfmelder dient zich voor te bereiden voordat hij of zij zich bij de gevangenis meldt, zoals het inlichten van zijn of haar werkgever, het overdragen van de taak tot het betalen van de vaste lasten, het stopzetten van de ziektekostenverzekering en het informeren van de uitkeringsinstantie dat hij/zij naar de gevangenis gaat.

De zelfmelder ontvangt bij de oproepbrief tot melden ook een informatiefolder. In deze folder krijgt de zelfmelder uitleg over diverse zaken, waaronder het ontvangen van bezoek, het ontvangen en versturen van post, telefoneren, geld en welke artikelen zijn toegestaan in de gevangenis.

Wat zijn de gevolgen als de veroordeelde zichzelf niet meldt?

Als een veroordeelde zich niet tijdig bij de gevangenis die in de oproepbrief staat, meldt, wordt hij/zij direct aangemeld voor arrestatie. Het CJIB geeft in dat geval een last tot aanhouding. Op dat moment verliest deze persoon zijn status als zelfmelder en kan hij/zij op elk moment door de politie worden aangehouden. Bij aanhouding wordt de veroordeelde vervolgens geplaatst in een arrestantengevangenis met een sober basisprogramma en verblijft de gedetineerde het grootste deel van de tijd op cel.

Indien de politie bij de uitvoering van een last tot aanhouding van de persoon constateert dat mogelijk sprake is van medische problematiek die aanleiding kan geven om de vrijheid van die persoon niet te ontnemen, dan wordt na de aanhouding op het politiebureau een arts geraadpleegd voor medisch advies en, indien nodig, medische zorg. Constateert de geraadpleegde arts dat sprake is van medische problematiek waarvoor de gepaste zorg niet op het politiebureau of in de gevangenis kan worden verleend, dan wordt de vrijheidsbeneming van deze persoon opgeschort voor de duur van een onderzoek naar zijn of haar detentiegeschiktheid. Constateert de geraadpleegde arts dat er geen sprake is van medische problematiek die de vrijheidsbeneming in de weg staat, dan wordt de vrijheidsbeneming zonder nadere maatregelen voortgezet.

Indien aanhouding niet mogelijk is vanwege persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde, bijvoorbeeld de omstandigheid dat de veroordeelde in het ziekenhuis ligt en de benodigde zorg binnen detentie niet geleverd kan worden of de zorg draagt over één of meer minderjarige kinderen en deze zorg niet direct kan overdragen, dan kan op dat moment van aanhouding worden afgezien.

Welke rechtsmiddelen kunnen worden aangewend tegen de oproep tot zelfmelding?

De melddatum die in de oproepbrief is opgenomen, kan niet uitgesteld worden. Het kan voorkomen dat een veroordeelde het niet eens is met de ontvangen oproep tot zelfmelding of dat er zeer dringende omstandigheden zijn waardoor de veroordeelde op de genoemde datum niet naar de gevangenis kan komen. In een dergelijk geval kan de veroordeelde binnen zeven dagen na dagtekening van de (oproep)brief een schriftelijk verzoek, zijnde een bezwaar, tot uitstel indienen. Een bezwaarschrift dat later wordt ingediend, wordt niet in behandeling genomen en niet-ontvankelijk verklaard.

In het bezwaarschrift dient de veroordeelde de reden van het verzoek op te nemen en bewijsstukken mee te zenden die het verzoek tot uitstel onderbouwen. Redenen tot het indienen van een verzoek tot uitstel kunnen zijn: problemen in de werksituatie die kunnen leiden tot ontslag, het voortijdig moeten beëindigen van scholing/opleiding, geen zaakwaarnemer gedurende detentieperiode of gezinsproblematiek. 

Het indienen van een bezwaarschrift betekent echter niet automatisch dat de zelfmelder uitstel krijgt. De melddatum blijft staan totdat de zelfmelder antwoord heeft ontvangen op het ingediende bezwaar. De Selectiefunctionaris van de Divisie Individuele Zaken stelt de indiener van het bezwaarschrift binnen zes weken op de hoogte van zijn beslissing op het verzoek.

Wordt het bezwaar ongegrond verklaard, dan heeft de veroordeelde het recht een beroepschrift in te stellen bij de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).  Het beroepschrift dient uiterlijk te worden ingediend op de zevende dag na die waarop de veroordeelde kennis heeft geomen van de beslissing waartegen hij beroep instelt. Een na afloop van deze termijn ingediend beroepsschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest. Indien de veroordeelde gedetineerd is, kan de indiening van het beroepschrift geschieden door tussenkomst van de directeur van de inrichting of afdeling waar hij verblijft. De directeur draagt zorg dat het beroepschrift van een dagtekening wordt voorzien. Als dag waarop het beroepschrift is ingediend, geldt die van de dagtekening.

De veroordeelde die van mening is dat hij om medische redenen niet detentiegeschikt is, kan een verzoek indienen om onderzoek te laten verrichten naar zijn detentiegeschiktheid. In geval het gaat om een verzoek om uitstel op medische gronden, dan dient er tevens een ondertekende toestemmingsverklaring te worden meegezonden voor het opvragen van medische informatie. Ontbreekt de ondertekende toestemmingsverklaring, dan wordt het verzoek van de veroordeelde niet in behandeling genomen. Indien de medisch adviseur van DJI adviseert dat de veroordeelde die niet in detentie zit, tijdelijk niet detentiegeschikt is, kan de selectiefunctionaris van DJI besluiten de tenuitvoerlegging op te schorten voor de termijn als vermeld in het advies van de medisch adviseur, tenzij zich feiten en omstandigheden voordoen die maken dat de afwezigheid van detentiegeschiktheid in twijfel moet worden getrokken. De veroordeelde die niet in detentie zit, dient er melding van te maken, als de oorzaak voor de tijdelijke afwezigheid van detentiegeschiktheid is komen te vervallen. Indien de persoon ten aanzien van wie een onderzoek naar detentiegeschiktheid is uitgevoerd, na het verstrijken van voornoemde termijn van mening is dat nog steeds geen sprake is van detentiegeschiktheid, dan dient de persoon opnieuw een verzoek in te dienen, na ontvangst van de nieuwe oproep. Indien de medisch adviseur van DJI adviseert dat de veroordeelde blijvend niet detentiegeschikt is, kan deze veroordeelde een gratieverzoek indienen bij de Dienst Justis.