De valkuilen
Het niet goed of niet volledig aanleveren van de informatie die in een bibob-onderzoek wordt gevraagd of het onjuist beantwoorden van de vragen kan verstrekkende gevolgen hebben. Niet alleen kan dit tot forse vertraging van de doorlooptijd van bijvoorbeeld de vergunningsaanvraag leiden, maar dit kan zelfs een weigering tot gevolg hebben en zelfs tot gevolg hebben dat degene die verantwoordelijk is voor het invullen van het formulier met een vervolging voor valsheid in geschrifte te maken krijgt. Als een bibob-formulier niet op de juiste wijze wordt ingevuld komt het namelijk regelmatig voor dat een bestuursorgaan aangifte doet van valsheid in geschrifte. Men stelt dan dat de aanvrager bewust dat formulier niet goed heeft ingevuld. Daarnaast is voor de bestuursrechtelijke procedure in de regel het enkele feit dát een bibob-formulier niet goed is ingevuld, voldoende om het vermoeden te rechtvaardigen dat dus van valsheid in geschrifte sprake is bij het invullen van dat formulier. Daarmee is dan ook al snel sprake van het plegen van een strafbaar feit ter verkrijging of behoud van de vergunning, hetgeen een zelfstandige weigeringsgrond of intrekkingsgrond oplevert op basis van de Wet bibob.
Een aantal van de veel voorkomende valkuilen, en hoe die te voorkomen, bespreken we hier.
‘in aanraking met politie of justitie’
Op de vragenformulieren wordt gevraagd of u in aanraking bent geweest met politie en justitie. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat alleen veroordelingen hoeven te worden gemeld. Het gaat echter om alle contacten met politie en justitie. Ook als u bijvoorbeeld een boete hebt gehad moet dat worden gemeld en ook als u één keer als verdachte bent gehoord en de zaak is daarna bijvoorbeeld geseponeerd, is dat een gegeven dat gemeld moet worden.
Ons advies is om bij twijfel altijd te melden; beter te veel dan te weinig vermelden. Ook is het raadzaam om u te laten adviseren door een specialist, om fouten te voorkomen. Wij zien met name veel procedures over het niet juist of niet volledig invullen van deze vraag, op basis waarvan dan vaak tot zowel weigering van de vergunning of transactie wordt gekomen, als tot strafvervolging.
Daarbij is hier nog van belang dat niet enkel naar het strafrechtelijk verleden wordt gevraagd. Ook bestuurlijke boetes, zoals boetes van de gemeente of de Belastingdienst, moeten worden gemeld.
Op het formulier wordt vaak gevraagd naar negatieve contacten met justitie en politie in de afgelopen vijf jaar. Een veel voorkomende valkuil is dat een betrokkene om die reden denkt dat een gebeurtenis langer dan vijf jaar in het verleden dus niet relevant is. De Wet bibob kent echter geen gelimiteerde terugkijktermijn. U hoeft weliswaar zelf alleen de relevante gebeurtenissen van de afgelopen vijf jaren te vermelden, maar dat neemt niet weg dat bijvoorbeeld een tien jaar oude veroordeling die in het bibob-onderzoek naar voren komt, wel relevant kan zijn. Of dit tot een weigering kan leiden of andere negatieve gevolgen kan hebben, verschilt van geval tot geval. Als u daarover advies wilt of op voorhand een inschatting wil laten maken van de kans op negatief bibob-advies, neem dan contact op met ons kantoor.
‘betrokkenheid bij andere ondernemingen’
Op het vragenformulier wordt vaak gevraagd naar de betrokkenheid bij andere ondernemingen. Hier wordt dus gedoeld op alle andere ondernemingen waarbij de zogenaamde ‘uiteindelijk belanghebbende’ van een aanvraag, subsidie of transactie is betrokken. Het gaat dan uiteraard om andere ondernemingen waar hij of zij aandeelhouder van is, maar ook een bestuurs- of directiefunctie kan van belang zijn. Zelfs zitting hebben in het bestuur van de plaatselijke voetbalvereniging, is als een betrokkenheid bij een andere onderneming aan te merken. Het gaat dus ook om de ondernemingen die helemaal los staan van de onderneming waarop het bibob-onderzoek ziet.
Daarnaast is het zo dat de vragen over bijvoorbeeld de justitiële contacten, gevraagd wordt naar de justitiële contacten van de vergunningaanvrager, maar ook naar die van de uiteindelijk belanghebbenden en de andere ondernemingen waar zij bij betrokken zijn. Als dus aan een andere onderneming waar u ook bij betrokken bent, bijvoorbeeld een boete is opgelegd, dan moet u dat ook melden op het vragenformulier.
Ons advies is dan ook om altijd een duidelijk organogram aan te leveren waarop alle ondernemingen vermeld zijn. Ook is het dus belangrijk om echt goed na te gaan of er bij een van die ondernemingen ooit sprake is geweest van contacten met politie en justitie, of bestuurlijke boetes, boetes van de Belastingdienst, etc.
Herkomst financiering
Een van de doelen van een bibob-onderzoek is het onderzoeken van de herkomst van de financiering. Dit maakt dan ook dat het belangrijk is dat duidelijk en goed gedocumenteerd wordt aangegeven hoe een bepaalde onderneming of activiteit gefinancierd wordt. Dit loopt in de praktijk nog regelmatig spaak.
Zo komt het bijvoorbeeld voor dat op het vragenformulier wordt aangegeven dat de start van een horecaonderneming wordt gefinancierd met een lening bij een familielid, maar blijkt dan dat die lening niet op schrift is gesteld of, als dat wel is gebeurd, wordt enkel en alleen die leenovereenkomst meegestuurd. Het is echter belangrijk dat de herkomst van het geld inzichtelijk is. Daarom zullen, vooral als de leningverstrekker geen bancaire instelling is of grote financieringspartij, ook stukken meegestuurd moeten worden waaruit blijkt hoe deze verstrekker aan dit uitgeleende vermogen komt. Zoals IB-aangiftes, rekeningafschriften, etc. Het is belangrijk om dit van tevoren ook met de vermogensverschaffer te bespreken en na te gaan of hij of zij ook bereid is die gegevens te verstrekken. Het in één keer goed en volledig aanleveren van de juiste gegevens, kan bovendien vertraging in het proces voorkomen. Ook op dit punt kan het daarom verstandig zijn deskundig advies in te winnen.