Direct contact? Bel: +31 (0)85 081 70 50 of mail: info@kuypbaar.nl

HomeActueelRSJ wijst schorsingsverzoek toe: uitsluiting va...

RSJ wijst schorsingsverzoek toe: uitsluiting van de arbeid ná opgelegde disciplinaire straf mag niet

RSJ wijst schorsingsverzoek toe: uitsluiting van de arbeid ná opgelegde disciplinaire straf mag niet

RSJ wijst schorsingsverzoek toe: uitsluiting van de arbeid ná opgelegde disciplinaire straf mag niet

Aan een gedetineerde cliënt van mr. Coster was een disciplinaire straf opgelegd van vijf dagen. Na afloop van deze straf werd hem medegedeeld dat hij gedurende veertien dagen niet mocht werken en zich daarna weer opnieuw moest aanmelden om op de wachtlijst voor deelname aan de arbeid te worden geplaatst. In het Arbeidsreglement van de desbetreffende penitentiaire inrichting (p.i.) is namelijk bepaald dat de directeur altijd beslist tot uitsluiting van de arbeid wanneer een gedetineerde voor vijf dagen of meer in afzondering is geplaatst. Bovendien is in het Arbeidsreglement opgenomen dat de gedetineerde die op basis hiervan wordt uitgesloten van de arbeid – anders dan andere gedetineerden – geen wachtgeld ontvangt gedurende de periode dat hij op de wachtlijst staat. Ook wordt de gedetineerde tijdens de arbeidsblokken ingesloten en verblijft hij dus extra uren op zijn cel.

Met andere woorden: naast de disciplinaire straf van vijf dagen, mocht cliënt ook nog eens veertien dagen niet werken en moest hij daarna opnieuw verzoeken om op de wachtlijst te worden geplaatst voor werk. Cliënt was dus niet alleen zijn baan en inkomen kwijtgeraakt, maar verbleef ook extra uren achter de deur. Cliënt was het hier niet mee eens, omdat hij het gevoel had dat hij dubbel werd gestraft op deze manier.

Schorsingsverzoek bij de RSJ
Wanneer een gedetineerde het oneens is met een beslissing van de directeur van een p.i., kan de gedetineerde hiertegen in beklag gaan. Het duurt echter enige tijd voordat het beklag door de beklagcommissie wordt behandeld. De beslissing loopt in de tussentijd gewoon door. Daarom kan de gedetineerde de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) om schorsing van die beslissing vragen. De RSJ, de hoogste rechterlijke instantie binnen het penitentiair recht, toetst in een dergelijk geval alleen of de beslissing van de directeur duidelijk in strijd is met de wet of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing te schorsen.

De RSJ oordeelde op 26 augustus 2020 dat het aannemelijk is dat de beslissing van de directeur tot arbeidsuitsluiting naar aanleiding van een opgelegde disciplinaire straf, een verkapte disciplinaire straf betreft waarbij niet wordt voldaan aan de in de wet opgenomen (formele) vereisten. De RSJ wijst het verzoek tot schorsing van deze beslissing van de directeur dan ook toe.

In dit geval was om twee redenen een schorsingsverzoek ingediend bij de RSJ. Op de eerste plaats meent de verdediging dat, door zowel de 5 dagen straf op te leggen als cliënt uit te sluiten van de arbeid, sprake is van een dubbele bestraffing, hetgeen in strijd is met de wet.

Op de tweede plaats zou cliënt gedurende de tijd dat hij op de wachtlijst staat geen wachtgeld ontvangen. In de Regeling arbeidsloon gedetineerden is echter bepaald dat de gedetineerde wachtgeld ontvangt voor ieder uur waarin hij volgens het dagprogramma recht heeft op arbeid, maar niet aan de arbeid heeft kunnen deelnemen, omdat de directeur hem niet van arbeid voorziet. De hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan het basisuurloon. De beslissing van de directeur om aan cliënt geen wachtgeld toe te kennen, is dan ook in strijd met hogere regelgeving.

Beslissing RSJ
Nu de duur van de uitsluiting van de arbeid op grond van het Arbeidsreglement door tussenkomst van de directeur wordt bepaald, komt de RSJ tot het oordeel dat het aannemelijk is dat de beslissing een verkapte disciplinaire straf is, waarbij niet wordt voldaan aan de in de wet opgenomen (formele) vereisten. De RSJ wijst het schorsingsverzoek dan ook toe. Dit betekent dat deze beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang wordt geschorst tot het moment waarop de beklagcommissie (de rechter in eerste aanleg binnen het penitentiair recht) op het onderliggende beklag heeft beslist. Overigens heeft deze beslissing niet alleen gevolgen voor cliënt, maar ook voor andere gedetineerden waarbij een soortgelijke beslissing door de directeur is genomen. Als dit oordeel in de schorsingsprocedure ook door de beklagcommissie (en bij een eventueel hoger beroep door de beroepscommissie van de RSJ) wordt gevolgd, moet de p.i. het arbeidsreglement aanpassen.

Heeft u vragen over penitentiair recht? Neem dan contact op met mr. Michelle Coster.