Direct contact? Bel: +31 (0)85 081 70 50 of mail: info@kuypbaar.nl

HomeActueelSpreekrecht slachtoffer, een verstoord evenwicht

Spreekrecht slachtoffer, een verstoord evenwicht

Spreekrecht slachtoffer, een verstoord evenwicht

Spreekrecht slachtoffer, een verstoord evenwicht

Recent stond ik een cliënt bij die werd verdacht van het samen met anderen mishandelen van een tweetal jongens (Parool). Er was geschopt en geslagen. Er was ook een steen in het spel. Een van de aangevers verklaarde bij hoog en laag met die steen te zijn geslagen. Absoluut niet waar, volgens cliënt en de medeverdachten. Gelukkig waren er videobeelden van het voorval en op die beelden was te zien, dat er op geen moment met een steen was geslagen. Of aangever bewust of onbewust niet de waarheid sprak; ik weet het niet.

De beide aangevers lieten zich bijstaan door een advocaat en dienden vorderingen in van vele duizenden euro’s. Ook wilde de advocaat namens zijn cliënten gebruikmaken van het spreekrecht dat de aangevers toekomt. De wetgever heeft bepaald, dat aangevers in de rechtszaal vrijwel alles mogen zeggen.

De raadsman van aangevers zond voorafgaand aan de terechtzitting een schriftelijk stuk aan rechtbank, waarin grievende opmerkingen over cliënt en de medeverdachten stonden. Zo werd de mishandeling in Amsterdam vergeleken met een steniging in Raqqa. Er werd geen enkel onderscheid gemaakt tussen de verschillende rollen van de verschillende verdachten en stonden er verschillende feitelijke onjuistheden in het stuk, waaronder dat er met die ene steen geslagen zou zijn. Het is natuurlijk niet de taak van de advocaat om aan waarheidsvinding te doen. Rechters en ook de officier van justitie doen aan waarheidsvinding. De advocaat dient enkel de belangen van zijn cliënt en de advocaat komt een grote mate van vrijheid toe in de wijze waarop hij daaraan invulling geeft. Dit kan op gespannen voet komen te staan met de strekking van de Europese Richtlijn 2016/343, waarin de Staat wordt verplicht te waarborgen dat de verdachte tot het moment dat de rechter zijn schuld heeft vastgesteld, voor onschuldig wordt gehouden.

De voorzitter van de rechtbank bewaakt de orde in de rechtszaal. Hij houdt de belangen van alle procesdeelnemers in het oog; die van aangevers, maar ook die van de verdachten. Op die grond heb ik verzocht de raadsman van aangevers – die het genoemde stuk wilde voordragen – zich te doen beperken tot het noodzakelijke in hetgeen hij zou zeggen en indien hij niet voornemens zou zijn zich in te houden, hem zijn betoog te laten houden achter gesloten deuren. De reden van dat verzoek was, dat op het moment dat de grievende woorden en de feitelijke onjuistheden de mond van de raadsman zouden verlaten, deze door journalisten de wereld in getwitterd zouden worden. Dat is vanzelfsprekend het recht van de pers. Problematisch is dat de pers geen inzage in het strafdossier heeft en dus ook niet a la minute kan overzien, dat wat de raadsman zegt enkel de visie van zijn cliënt(en) is. In dit geval hield die visie onder meer in dat er met die steen was geslagen.

Mijn cliënt heeft er niet voor gekozen om in het openbaar terecht te moeten staan en hij – de nog niet veroordeelde – moet beschermd worden tegen onnodige en onjuiste criminalisering.

De voorzitter van de rechtbank deelde mijn zorg en maande de raadsman het zakelijk te houden. De pers bleef toegelaten.

De rol van de raadsman van een aangever/slachtoffer is in zijn algemeenheid de facto die van aanklager, maar dan zonder ‘de rem van waarheidsvinding’ en met een partijbelang waarvoor moet worden gestreden. Dat partijbelang kan kennelijk (deels) onterechte beschuldigingen aan het adres van de verdachte meebrengen. De wetgever moet zich eens goed achter de oren krabben of dit effect bijdraagt aan ‘de positie van het slachtoffer in het strafproces’. In de praktijk gaan stemmen op om slachtoffers pas aan het woord te laten, nadat de rechter zich over de schuldvraag heeft uitgesproken. Die modaliteit komt mij evenwichtiger voor dan zoals het strafproces nu is ingericht.

De rechtbank deed 9 maart 2018 uitspraak en volgde cliënt in praktisch al zijn standpunten. Hij werd vrijgesproken voor het slaan met de steen. De vorderingen van duizenden euro’s werden grotendeels niet toegewezen.

De uitspraak is hier te lezen: Rechtbank Amsterdam 9 maart 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:1331